Lezing Oude Testament Deuteronomium 15: 1-11,

 

Evangelielezing Marcus 10: 17-31,

 

 

Het zou zomaar één van ons kunnen zijn, de ‘iemand’ uit de lezing van vanmorgen die bij Jezus komt.

 

Jezus is onderweg, ‘Toen hij zijn weg vervolgde’.

Dat staat er niet zomaar.

Dat is niet alleen de route die Jezus gaat.

Het gaat hier om de weg die Jezus in zijn leven gaat en dus ook om de weg die wij als volgelingen van Jezus gaan in ons leven, hóe wij onze weg gaan en invulling geven.

 

Op die weg komt een man bij Jezus, een man die ook richting zoekt voor de weg van zijn leven.

Iemand, zonder naam, en ik denk dat dat zomaar één van ons zou kunnen zijn.

Of in ieder geval één van jullie, jongeren, 20-30-ers, die, waarschijnlijk, volop bezig zijn met:

‘wat wil ik worden, bereiken, wat is mij doel, waar wil ik naar toe in mijn leven?’,

en dan daarbij de vraag: ‘wat moet ik daarvoor doen?’.

Als je jong bent dan denk je,

- of in ieder geval lijkt dat de stem van onze tijd en samenleving - :

als je maar wilt kun je alles bereiken, als je maar je best doet, als je je maar inzet.

 

De man die bij Jezus komt heeft ook een doel voor zijn leven: deel krijgen aan het eeuwige leven, en hij vraagt Jezus: ‘wat moet ik daarvoor doen?’ .

Nu moeten we bij ‘eeuwig leven’ niet alleen denken aan het leven hierna, na dit leven, het hiernamaals.

‘Eeuwig leven’ is niet in de eerste plaats een tijdsaanduiding, de tijd na dit aardse leven.

Het is vooral een kwalitatieve aanduiding, over kwaliteit van leven: leven met God.

In Johannes 17 zegt Jezus: ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, God en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus’.

‘Eeuwig leven’ is leven in verbondenheid met God, leven zoals Jezus heeft voorgedaan, en dat kan en is ook hier en nu al.

Jezus gebruikt even later ook een andere term: ‘ingaan in het koninkrijk van God’ en hoe moeilijk dat is voor een rijke.

Leven in het Koninkrijk van God is leven zoals God het bedoelt, zoals het toe moet gaan, mensen met elkaar omgaan in dat koninkrijk.

Leven met eeuwigheidswaarde.

 

Blijkbaar mist de man die kwaliteit in zijn leven, het échte, goede leven.

Bij al z’n rijkdom en al z’n goede bedoelingen en houden van de geboden, mist hij toch iets.

Ook daarin kan de man voor ons herkenbaar zijn.

Met alles wat we hebben, kunnen, hoe goed het ook gaat in ons leven, kan toch die vraag opkomen: ‘is dit alles? Is dit nu waar het om gaat? Is mijn leven goed genoeg, zinvol?

 

Blijkbaar heeft de man het vertrouwen dat bij Jezus te vinden is wat hij mist.

Maar tegelijk zoekt de man het toch vooral bij zichzelf: ‘Wat moet ík doen?’

En als Jezus enkele geboden opnoemt zegt hij: ‘ik heb me daaraan gehouden, dat heb ik allemaal gedaan’.

Als Jezus hem dan zegt al z’n bezit te verkopen en alleen met zichzelf terug te komen om Jezus te volgen, dan haakt de man af: ‘dat kan ik niet’.

De man denkt vooral vanuit zichzelf, wat hij moet doen en doet en heeft, en wel of niet kan.

Maar zonder dat, echt met alleen zichzelf, zonder zijn bezit, wat hij heeft bereikt, z’n prestaties, dat allemaal loslaten, dat kan hij niet, die leegte, zo met lege handen staan, dat durft hij niet aan.

Somber en terneergeslagen gaat hij weg.

 

Nu moeten we dat willen ‘doen’ niet al te gemakkelijk alleen aan de jongeren en jongvolwassenen toeschrijven.

Ik denk dat we allemaal, ook ouderen, liever ‘doen’, voor jezelf, voor anderen, dan dat er vóor je gedaan wordt, moet worden, dat je afhankelijk bent van anderen, moet ontvangen, hulp of zorg van anderen.

Eigenlijk net als kleine kinderen: ‘zelf doen’, zelfstandig, onafhankelijk, alles zelf in de hand  willen houden.

In plaats van moeten ontvangen, met lege, open handen.

 

Toch hebben we, vanuit de voorbereiding van deze dienst in de zwo werkgroep, dit als thema voor vanmorgen gekozen: ‘Met lege handen staan’.

Vanwege de verbinding van ons verhaal met het korte gedeelte ervoor waar Jezus zegt: ‘Laat de kinderen tot mij komen’ en: ‘wie niet als een kind openstaat voor het Koninkrijk van God zal er zeker niet binnengaan’.

Hoewel kinderen als peuter steeds meer ‘zelf doen’ en ‘ik kan het zelf’ gaat denken,

is een kenmerk van kinderen afhankelijkheid, afhankelijk zijn van de zorg en de hulp van ouders en anderen. En: ont-vankelijkheid.

Een kind moet en kan en wil ook ontvangen: eten, hulp, kleding.

Het moet wel ontvangen met lege handen want het heeft nog niets terug te bieden,

als tegenprestaties,

behalve liefde, en dat je het blij en gelukkig, tevreden ziet, genieten en spelen.

Die ontvankelijkheid, om te kunnen ontvangen, dat is wat Jezus de man en daarin ook ons willen leren.

Niet ‘wat moet ik doen? of ‘wat kan ik?’, ‘wat heb ik te geven of te bieden?’ maar dat loslaten zodat er ruimte komt om te ontvangen.

 

‘Met lege handen staan’ in ons taalgebruik wat negatief: niets meegenomen hebben, niets te geven hebben, iets niet meer kunnen.

Maar wat je kunt met lege handen is ontvangen.

Lege handen zijn open handen.

Geen vuist om vast te houden wat je hebt, laat staan ervoor te vechten om het te houden.

Maar open handen om te ontvangen en dan ook weer te kunnen geven.

Te delen met wie nog minder heeft, zoals Deuteronomium 15 het ons voorhoudt: vrijgevig tegenover wie in armoede leeft of er slecht aan toe is.

 

De man in het evangelie die bij Jezus komt is van goede wil en doet al heel veel,

van jongs af aan houdt hij de geboden die Jezus noemt en misschien ook wel de vele andere geboden en regels die er in het jodendom zijn.

Jezus ziet het en heeft hem lief, ook mét al z’n rijkdom, daar is op zich niets verkeerd aan.

Jezus heeft hem lief om zijn inzet voor de geboden, om de goede bedoelingen van de man.

Maar Jezus ziet ook wat hem in de weg staat om zich werkelijk over te kunnen geven aan de weg die Jezus gaat.

De man zit vast, houdt vast aan z’n rijkdom, de zekerheden die dat hem biedt.

Dat kan hij niet loslaten.

 

Hij kan zich niet toevertrouwen aan Jezus, aan de weg die Jezus gaat.

‘Ervoor open staan als een kind om het koninkrijk van God binnen te gaan’.

Zoals de kinderen die Jezus omarmt en zegent.

Zoals kinderen zich kunnen toevertrouwen, weten, voelen en geloven dat je er mag zijn.

Zoals je bent, zonder voorwaarden vooraf van prestaties, wat je allemaal moet kunnen en doen, je mag er zijn zelfs met lege handen en mislukkingen.

 

Dat is wat Jezus de man wil geven, en zo ook aan ons, om met lege, open handen te ontvangen en door te geven aan elkaar.

In familie en vriendenkring, in onze kerkelijke gemeente.

Dat iedereen erbij hoort, meer of minder gelovig en zeker, misschien zoekend en met twijfel.

Met meer of minder mogelijkheden en tijd om je in te zetten voor de kerkelijke gemeente, misschien wel vooral in een situatie van ontvangen.

Dat je er ook dan mag zijn, delend in onderlinge verbondenheid, liefde en zorgzaamheid

Dat elkaar geven en laten ervaren, vanuit de geloofservaring dat wij dat allemaal van Godswege ontvangen, dat het ons geschonken wordt,

zomaar zonder voorwaarden vooraf, uit ‘genade’ zeggen we in geloofstaal, om niet, gratis.

 

Dat is niet de trend in de maatschappij waar je vaak wordt afgerekend op wat je te bieden hebt, je opleiding, diploma’s, je CV, je uitstraling op de social media.

Waar je identiteit, wie je bent, vooral daardoor bepaald lijkt te worden, wat je doet en presteert.

En misschien moeten we ook als kerkelijke gemeente wel oppassen daar niet aan mee te doen.

Door veel, soms te veel, van elkaar te verwachten, qua inzet en tijd en meedoen, wat er allemaal wel niet moet.

Door als gemeente toch ook vooral te moeten doen, van ons te laten horen, naar buiten te treden, nieuwe activiteiten te ontwikkelen,

en te presenteren om mensen in én buiten de kerk aan te spreken, ouderen én jongeren, gelovigen én zoekers en noem maar op.

Alsof wij zelf het Koninkrijk van God hier op aarde moeten vestigen.

 

In de voorbereiding van deze viering in de werkgroep ZWO was onze eerste werktitel voor het thema: ‘Wanneer is het genoeg?’

De rijke man bij Jezus die zoveel doet en nog meer wil doen.

En zoveel wat wij al moeten doen en wat er vaak nog meer van je gevraagd wordt.

 

Jezus zegt ons dat los te mogen laten, onze handen te openen,

met lege handen, open handen hem te volgen,

en zo ontvangen de gave van het leven uit Gods hand.

Een geschenk dat niet anders kan dan ook weer gedeeld te worden,

met open handen

 

Volgende kerkdienst

  • Eerstvolgende kerkdienst is op
    zondag 21 april om 10:00 uur
    Voorganger:
    ds. Attie Minnema
    Locatie: De Toevlucht

Save
Cookies user preferences
De Twitter feed benodigt toestemming voor cookies, maar u mag deze ook weigeren.
Alles accepteren
Alles weigeren
Analytics
Tools used to analyze the data to measure the effectiveness of a website and to understand how it works.
Twitter
Accepteren
Weigeren