Evangelielezing: Johannes 14: 1 – 14,
‘Wat is waarheid?’
Een vraag van alle tijden.
De oude Griekse filosofen hielden zich er al mee bezig, en zelfs Pilatus stelt deze vraag als Jezus gevangen genomen voor hem staat: ‘Maar wat is waarheid?’.
Vanwege dé Waarheid zijn oorlogen gevoerd, ook godsdienstoorlogen, zijn mensen vervolgd en verketterd, letterlijk als ketters verbrand.
Worden nog steeds, ook in de kerk, mensen veroordeeld en uitgesloten.
Is dát wat Jezus bedoeld heeft toen hij zei: ‘Ik ben de waarheid’?
“Wat is waarheid?’
Meer dan ooit lijkt dit in onze tijd een vraag, met al het nepnieuws en alternatieve feiten die vooral via Social Media ons leven binnenkomen.
In de discussies over de grote thema’s van deze tijd, zoals het klimaat, lijkt iedereen zijn of haar eigen waarheid te hebben.
Zelfs wetenschappelijke waarheden, feiten worden tot ‘ook maar een mening’.
En hoe kun je dan persoonlijk, vanuit al die meningen, nepnieuws, gefotoshopte afbeeldingen en gemanipuleerde filmpjes je eigen mening vormen?
Tegenwoordig kun je als tekstschrijver of student een computerprogramma, ChatGPT, teksten en dus zelfs een werkstuk of een scriptie voor je laten schrijven.
Ook voorgangers, predikanten zouden ChatGPT kunnen gebruiken om een preek te schrijven.
Je voert de Bijbeltekst in met de vraag een preek te schrijven in zoveel woorden.
Een collega probeerde dat en er kwam een keurige, redelijk kloppend verhaal uit, maar als verkondiging eigenlijk nietszeggend.
Vanwege de lezing vandaag waar Jezus zegt ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ heb ik CHatGPT gevraagd: Wat is waarheid?
Het antwoord (ChatGPT):
Waarheid is een concept dat wordt gebruikt om te beschrijven wat overeenkomt met de werkelijkheid. Het verwijst naar feiten, gebeurtenissen, uitspraken of overtuigingen die objectief waar en accuraat zijn. Waarheid kan worden vastgesteld door middel van bewijs en verificatie, en kan worden ondersteund door wetenschappelijke of empirische gegevens.
Het is een fundamenteel concept in filosofie, wetenschap en religie en wordt beschouwd als een essentiële waarde in de menselijke samenleving.
Dat lijkt een keurig, kloppend antwoord.
Maar is dat wat Jezus bedoelt als hij zegt: ‘Ik ben de waarheid’?
Jezus z’n uitspraak ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ is een geloofsuitspraak.
Het is niet zoals ChatGPT zegt.
een feit of objectieve, controleerbare overtuiging,
waarheid die wetenschappelijk te bewijzen is of met wetenschappelijke gegevens is aan te tonen.
Toch is deze uitspraak van Jezus wel zo gebruikt, exclusief en algemeen geldend:
Ik ben dé weg, dé waarheid en hét leven.
In de zin van: ik ben de enige weg en de enige waarheid.
En dat lijkt Jezus ook te zeggen als hij zegt: ‘Niemand kan bij de Vader komen dan door mij’.
Maar is deze uitspraak van Jezus ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ zo exclusief bedoeld?
Daarmee anderen uitsluitend.
Zovelen die zich geen christen noemen, mensen om ons heen, waar we mee omgaan, vrienden, generatiegenoten, aanhangers van andere religies,
heel veel mensen die ook proberen goed in het leven te staan, goed voor anderen te zijn,
moeten we die daarmee uitsluiten,
ja zelfs als voor God ‘verloren’ beschouwen?
En, je kunt je afvragen: is er in de loop van de tijd niet te veel van gemaakt:
‘de kerk, het christendom is dé weg, heeft dé waarheid in huis’?
Wat toch heel wat anders is dan ‘Jezus is de weg, de waarheid en het leven’.
Als we kijken naar de context waarin Jezus deze woorden spreekt en waarin ze zijn opgeschreven dan lichten ze misschien toch wat anders op.
Johannes heeft deze woorden opgeschreven aan het einde van de 1e eeuw,
waarin de eerste christengemeenten ontstonden in een onrustige tijd, met veel weerstand en de eerste christenvervolging door de wrede Romeinse keizer Nero.
Aanhangers van Jezus werden in joodse ogen als dwalingen gezien, volgelingen van een dwaalleraar.
Maar Johannes was geraakt door Jezus, voor Johannes had Jezus de weg gewezen naar waarheid, wat waar en echt is, het echte leven.
En als je diep geraakt bent door iemand ga je de taal van de liefde spreken.
Dan noem je diegene de liefste, de mooiste, al weet je natuurlijk dat er nog anderen ook heel lief en mooi zijn.
Johannes benadrukt hier zijn geloof en vertrouwen in Jezus, hoe belangrijk Jezus voor hem is, voor hém de ware, de enige.
Deze woorden van Jezus zijn deel van zijn lange toespraak bij de laatste maaltijd met zijn leerlingen, voor zijn gevangenneming.
Jezus spreekt over wat er gaat gebeuren, zijn sterven en afscheid.
Maar meer dan afscheidswoorden ligt de nadruk op de blijvende verbondenheid,
in de verzen na onze lezing belooft Jezus de heilige Geest: ‘ik zal jullie niet al wezen achterlaten’.
Jezus z’n woorden zijn vooral bedoeld als troost en bemoediging, een oproep tot vertrouwen.
Zoals de lezing in vers 1 begint: ‘Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij’.
Daarna volgen de woorden over de vele kamers die er zijn in het huis van de Vader.
‘Vele kamers’: een beeld dat ruimte biedt in plaats van beperkt en uitsluit.
Deze woorden, over het huis met de vele kamers, klinken vaak bij begrafenissen,
waarbij het huis met de vele kamers het beeld wordt van de hemel waar plaats is voor velen.
Een mooi beeld,
maar toch gaat dit beeld misschien vooral over het hier en nu.
In de Bijbel wordt het beeld van het huis van God allereerst voor de aarde gebruikt.
Daar waar God neerdaalt en woont bij mensen.
Denk aan Jakobs droom over de ladder naar de hemel, op de plek die Jakob Bethel noemt: huis van God, zoals ook kerken genoemd zijn.
In het Oude Testament is ‘huis van God’ ook de aanduiding voor de tempel in Jeruzalem.
Zoals in het Nieuwe Testament bij de tempelreiniging Jezus zegt dat het huis van zijn Vader, de tempel, geen markt is.
Jezus zijn lichaam een tempel noemt die afgebroken in drie dagen weer zal worden opgebouwd.
Zijn lichaam ‘huis van God’.
Na de verwoesting van de tempel, in de Hebreeënbrief wordt van Jezus volgelingen gezegd: ‘zijn huis zijn wij’.
Het huis van God is waar mensen Jezus navolgen en zo leven dat God er kan wonen.
Dat er iets van God zichtbaar wordt.
‘Huis van God’ verwijst niet in de eerste plaats naar een bepaalde plek maar naar een manier van leven, een weg die je gaat, waarheid die je probeert te leven.
Als Tomas vraagt naar de weg: ‘hoe zouden wij de weg kunnen weten?’, dan lijkt het alsof hij het over een plattegrond heeft waarop de weg uitgetekend staat.
Maar als Jezus zegt: ‘Ik ben de weg’ dan gaat het over een weg die je gáat.
En als Jezus zegt: ‘Ik ben de waarheid’ dan is dat niet een stelsel van feiten, van bewijsbare beweringen,
maar waarheid is in de Bijbel veel meer betrouwbaarheid, waarachtigheid, echt zijn.
Iets of iemand waar je op aan kunt.
Zo is ‘ik ben het leven’ geen algemeen begrip maar een levende werkelijkheid, dat wat je doet.
Zoals Jezus zegt in vers 12:
‘Wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat’.
Ook Phillipus denkt véel te concreet, te feitelijk: ‘Laat ons de Vader zien’, alsof wij mensen God zouden kunnen zien.
‘Kijk naar mij’, zegt Jezus, ‘de Vader doet zijn werk door mij’.
Kijk en zie wat ik doe, welke weg ik ga, dat is waar, dat leidt naar het leven.
Waar mensen, in het spoor van Jezus die weg gaan, betrouwbaar leven,
daar woont God bij mensen, op deze aarde, daar is het huis van God, waarin ruimte is voor velen.
Vandaag mogen wij daar al iets van ervaren in de viering rond de tafel van brood en wijn:
Waarin we de weg van Jezus gedenken,
het bevrijde, opgestane leven vieren en een voorproefje van het goede leven dat God ons wil schenken in de weg die Jezus gegaan is.
Zoals een gebouw pas een kerk, een huis van God wordt als er mensen zijn die samen vieren en delen: brood en wijn en het leven, met elkaar en de mensen om ons heen.
Huis van God waar ruimte is, waar we niemand buitensluiten,
waar we de weg van Jezus gaan, in vertrouwen, ruimhartig voor wie daar bij wil horen of voor wie onze hulp nodig heeft.
‘Het woord brengt waarheid te weeg’, zingen we zo meteen in Lied 318.
En woord is in het Hebreeuws altijd woord én daad.
Het woord dat doet, schept, roept.
Dat in onze harten wordt gehoord en in ons doen en laten doorklinkt,
Zo onze weg gaan, in waarheid: betrouwbaar, dat is een weg naar het leven.
Daartoe worden wij vandaag gevoed.